Samenwerking

Bij project een was het centrale onderwerp concept design. Een onderwerp waar ik als student erg enthousiast van wordt. Hierom ging dit project erg goed voor mij. We hadden een fijne groep met vanaf het begin duidelijk verdeelde rollen. Zo hadden we twee groepsleden die hard konden werken en op die manier veel last van de schouders van andere groepsleden af kon halen. Iemand anders was goed in het presenteren en netwerken. Dit was erg handig omdat we voor dit project een focus-group bij elkaar moesten rapen. Een ander groepslid had een ietwat leidende rol, zij keek kritisch naar het werk van de andere groepsleden en stuurde iedereen aan. Ik was de helper van de groep. Ook was ik het creatieve brein achter het idee. Dit zijn de rollen die ik in voorgaande projecten ook heb aangenomen zoals ook blijkt uit mijn Iscreen test. Mijn voornaamste taak binnen de groep was het bedenken van ideeën die ik met anderen vervolgens uitwerkten. Daarnaast hielp ik iedereen met hun taak en was ik er altijd wanneer iemand iets niet begreep of wanneer iemand iets niet lukte. Op deze manier heb ik veel problemen kunnen oplossen binnen de groep (zoals het vinden van een focusgroep). Ook zorgde ik er altijd voor dat er een positieve sfeer hing en dat dingen luchtig waren en opgelost konden worden. De enige valkuil die wij hadden als groep was dat het af en toe iets te gezellig kon worden waardoor sommige dagen iets minder productief waren dan anderen. Verder ging het vlekkeloos.

Het tweede project waar ik aan werkte tijdens semester drie was de coffee challenge. Dit was ook het project wat mij het minste lag. Tijdens het project waren vaardigheid en kennis nodig over de onderwerpen Sales en bedrijfseconomie. Zo kon ik de opdracht zelf wel goed maken, dit ging namelijk over het onderwerp sales en dat lukte me best goed. Daarentegen lukte de challenge zelf niet goed. Dat komt enerzijds doordat ik destijds weinig verstand had van bedrijfseconomie, maar volgens mij had het ook andere redenen. Door te werken aan dit project kwam onze projectgroep erachter dat de meeste van mijn groepsleden net als ik ook onder het karakterprofiel ”helper” zouden kunnen vallen. De meerderheid was op deze manier wat meer afwachtend waardoor het niet altijd even soepel ging. Hierdoor zijn we erg laag geëindigd met de challenge. Dit alles zorgde niet bepaald voor een goede sfeer, ik had er tijdens dit project wat positiever in kunnen staan voor een betere werksfeer en betere inzet.

Toen kwam project drie, digital & data. Toen we voor het eerste samen gingen zitten met het groepje kwamen was ik positief verrast. We hadden allen de motivatie om er voor te gaan en iedereen was gemakzuchtig. Toen de opdracht uiteindelijk kwam hadden we wel in klein probleem. We kwamen te horen dat het project vooral in Excel gemaakt zou worden. Dit was een probleem omdat we eigenlijk alle vier geen verstand hadden van Excel. Toen dacht ik terug aan mijn ontwikkelingspunten uit mijn POP. Ik wilde om mezelf te ontwikkelen meer initiatief nemen. Dit heb ik toen ook gedaan. Ik en een ander groepslid hebben buiten schooltijd om erg ons best gedaan om Excel zo goed mogelijk te snappen zodat we op school niet achter zouden komen te liggen met het project. Hierdoor kwamen wij in een soort sturende rol. Wij wisten namelijk wat er uit de data gevonden moest worden en dit gaven wij door aan de andere groepsleden die dit gingen onderzoeken en in het document gingen plaatsen. Toch kwam bij mij de (uit de Iscreen gebleken) helper weer naar boven. Hierdoor was ik uiteindelijk bijna even veel tijd kwijt aan het einddocument als aan het Excel dashboard. Een valkuil en verbeterpunt voor mij hier was dat ik te veel aan het helpen was waardoor ik minder aan mijn eigen werk kwam.

Het vierde project ging over branding & communication. Dit vond ik erg gaaf omdat dit (samen met concept design) mijn favoriete doorgroei richting was. Net zoals in project drie hadden we een fijn groepje. We hadden echter wel een probleem. Ik vond de ”Rolverdeling” aan de onduidelijke kant. Er was geen duidelijke groepsleider, helper, onderzoeker etc. Hierdoor deed iedereen van alles wat. We hadden het vaak erg gezellig waardoor er sommige dagen veel gepraat werd en weinig gewerkt. Ik probeerde tegen het einde toch vaker het initiatief te nemen waardoor we het project alsnog goed af hebben gerond. Mijn interesse in het onderwerp heeft ervoor gezorgd dat ik gemotiveerd genoeg was om er volop voor te gaan. Als ik terugkijk naar hoe dit project ging vindt ik dat we als groep vanaf het begin meer discipline gehad kunnen hebben waardoor we later in minder tijdnood zouden zitten. Van mezelf vind ik dat ik hier meer het voortouw in zou moeten durven nemen. Dit heb ik minder gedaan tijdens dit project dan in project drie, terwijl dit wel een van mijn ontwikkelingsdoelen was. Aan de andere kant heb ik dit wel richting het einde gedaan waardoor we het toch goed hebben kunnen afronden met een positief gevoel.